De stokroos is dankzij de aanleg van gevel- en boomtuintjes en het warme weer op steeds meer plekken in Den Haag te zien. De kleurrijke plant heeft weinig onderhoud, water en ruimte nodig. Een kiertje in de stoep is al genoeg om te groeien. Bijen, vlinders en hommels zijn er dol op.
Tussen juni en augustus is het op straat een feest van stengels van anderhalf tot drie meter. De plant laat zijn zaadjes gemakkelijk los door de wind. De opmars van de stokroos komt onder meer door het warme weer van de afgelopen jaren en doordat steeds meer bewoners geveltuinen en boomspiegels aanleggen.
Zo is bewoner Alexander rond het Belgisch Plein een paar jaar geleden begonnen met het kweken van stokrozen in zijn badkuip. Hij plantte de zaailingen vervolgens in de wijk. Andere bewoners werden enthousiast en volgden zijn voorbeeld. In alle omringende straten zijn nu stokrozen geplant en het planten van deze bloemen breidt zich steeds verder uit.
Tekst gaat door onder foto.
Droge voeten
De stokroos is vaker te zien in wijken als het Regentesse-, Zeehelden- en Statenkwartier, Duinoord en de Vogelwijk. Dat is geen toeval. Deze wijken zijn op zand gebouwd. De stokroos houdt van droge voeten en woont daarom graag op het zand. Dat is ook de reden waarom de plant op natte, zure grond zoals veen minder vaak te vinden is.
De stokroos is een tweejarige plant. Hij krijgt in het eerste jaar alleen bladeren. In het tweede jaar komen er pas bloemen. Insecten als bijen, hommels en vlinders zijn dol op stokrozen. Het is voor hen een belangrijke bloem omdat hij namelijk zo goed te bevruchten is. Door de grote open vorm kan zelfs de dikste hommel zonder moeite op een stokroos landen.